1822-1885: Theodorus van Gogh (vader)

Vincent wilde niets liever dan zijn vader trots op hem maken. Maar hij stelt zijn vader (een dominee) regelmatig teleur. Je zou kunnen spreken van een gespannen verhouding tussen de twee.

Theodorus van Gogh wordt op 8 februari 1822 geboren in Benschop (gemeente Lopik, provincie Utrecht). Zijn vader heette Vincent van Gogh (1789-1874). Die was onder meer dominee in de Grote Kerk van Breda en secretaris bij de Maatschappij van Welstand, die onder andere gronden en boerderijen verwierf voor de vestiging van protestantse families in het katholieke Noord-Brabant. Theodorus (roepnaam 'Dorus', bijnaam 'de mooie dominee') overlijdt op 26 maart 1885 in Nuenen. De begrafenis vindt plaats op 30 maart, Vincents geboortedag. 'Pa' ligt begraven op de oude begraafplaats aan de Tomakker te Nuenen.

Theodorus brengt zijn leven door als predikant in diverse Brabantse gemeenten. Op 1 april 1849 wordt hij aangesteld als predikant in Zundert. Twee jaar later trouwt hij met Anna Cornelia Carbentus. Hun kinderen (Vincent, Anna, Theo, Lies, Wil en Cor) worden allemaal in Zundert geboren. Na Zundert (een verblijf van 21 jaar) woont het gezin in Helvoirt, Etten en tenslotte in Nuenen. Theodorus is lichamelijk niet heel sterk (vaak verkouden) en bovendien snel bezorgd als hij de onderlinge samenhang in zijn gezin in gevaar ziet komen. Zijn zorgen betreffen vooral Vincent. Diens latere roem heeft hij nooit geweten. En ook nooit vermoed.

Vincent aan zijn broer Theo, juli 1882

"Pa en Moe zijn niet de menschen die mij begrijpen – noch in mijn fouten noch van een beteren kant – zij kunnen zich niet in mij indenken – met hun redeneeren leidt tot niets dan tot twist."

In de vele brieven die Vincent aan zijn broer Theo (Foto) schrijft, komt vader Theodorus heel vaak voor. Het is een man met veel aanzien. Aanvankelijk wordt hij door Vincent bijna onbereikbaar hoog op een voetstuk geplaatst. Maar de waardering slaat later om in bars afwijken van zijn vaders denken en doen. Vincent heeft een bijzonder karakter, maar zijn vader is ook geen man van het brede, relativerende gebaar. Hij ziet overal gevaar en op alle levensgebieden is volgens hem voorzichtigheid geboden. De mislukkingen in Vincents leven voelen voor hem vaak ook als een persoonlijk falen. De relatie eindigt in wederzijdse vervreemding.

Vincent vond dat zijn ouders, zijn vader in het bijzonder, hem niet begrepen - een bekend fenomeen dat niet tijdsgebonden is. Zijn moderne ideeën zorgen voor conflicten met zijn vader. Het feit dat hij verliefd wordt op zijn nicht Kee Vos-Stricker zorgt voor flinke spanningen in het gezin. Tegen het einde van 1881 loopt die spanning in Etten (nu Etten-Leur) zo hoog op dat Vincent wordt gesommeerd het ouderlijk huis te verlaten. Als reactie hierop vertelt Vincent zijn vader dat hij niks meer te maken wilde hebben met zijn geloof en hij weigert naar de kerk te gaan met Kerstmis. Hij gaat boos weg naar Den Haag. Hier volgde hij een paar weken schilderlessen bij de bekende kunstenaar Anton Mauve (Foto).

Hoe gespannen hun relatie ook vaak is, Vincent is altijd welkom thuis. Met de feestdagen, vooral met Kerst, is Vincent graag bij zijn familie. Ook wanneer - in 1884 in Nuenen - 'Moe' op 64-jarige leeftijd haar dijbeen breekt, draagt Vincent zijn steentje bij om haar te verzorgen. En dat blijft bij Pa niet onopgemerkt. Het maakt een zekere toenadering mogelijk.

Ga er maar aanstaan... Een moeilijk, eigenzinnig, kind als Vincent opvoeden. Een zoon die keer op keer de grenzen van zijn goedwillende ouders opzoekt en die met regelmaat overschrijdt. Bijna aan het einde van zijn leven realiseert Vincent zich ook wel dat hij geen gemakkelijke zoon is geweest. Vlak voor zijn dood schrijft hij daarover onderstaande aan zijn moeder.

23 december 1889

"U en Pa zijn voor mij zoo mogelijk nog meer dan voor de anderen zoo veel, zoo heel veel geweest en ik blijk geen gelukkig karakter gehad te hebben. Ik ben dat te Parijs gaan inzien."

Bron: Het gezin Van Gogh; een familiegeschiedenis in brieven. Nico van Wageningen.