Nune Ville

Het naastgelegen huis aan de rechterzijde van de pastorie wordt tijdens Vincents verblijf in Nuenen bewoond door vier ongehuwde zussen. Hun vader Willem Lodewijk Begemann (1804-1876) was dominee van de protestantse kerk en liet tegen zijn pensionering in 1874 de woning Nune Ville bouwen; hij en zijn vrouw overleden echter twee jaar later.

De families Van Gogh en Begemann staan op goede voet met elkaar. Nadat moeder Van Gogh in januari 1884 haar been breekt, neemt de jongste bewoner van Nune Ville, Margot Begemann (1841-1907), haar naaiklasje over. Ook voor ziekenbezoek komt zij regelmatig in de pastorie. In deze periode krijgt Vincent interesse in zijn twaalf jaar oudere buurvrouw. Het blijkt wederzijds, Vincent schrijft: ‘zij en ik zijn juist gehecht geworden tijdens de ziekte van Moe’. De twee maken lange wandelingen door de natuurrijke omgeving van Nuenen en Margot bezoekt Vincents nieuwe atelier bij Schafrat. Ze krijgen een relatie en hebben zelfs trouwplannen, maar daar zijn beide families op tegen. Uit wanhoop doet Margot een zelfmoordpoging door gif in te nemen, dankzijVincent loopt het echter goed af. Na een lang verblijf bij een bevriende arts in Utrecht, keert zij rond eind maart-begin april 1885 terug naar Nuenen.

Na het incident blijven vader en moeder Van Gogh en de zussen Begemann goed contact houden en zij bezoeken elkaar regelmatig. Hun woningen waren vrijstaand, maar de tuinen grensden aan elkaar. Het statige Nune Ville had allure door de hoekpilasters, lijstgevel en vensteromlijstingen. Zus Wilhelmina Begemann laat bij haar overlijden in 1922 de woning na aan de Hervormde Gemeente Nuenen. Tot 1954 doet het vervolgens dienst als predikantenwoning; de staat en het voorkomen acht men beter dan de pastorie uit 1764. Door de verkoop van Nune Ville door de Hervormde Gemeente aan de familie Van Gogh in 1956, kon de noodzakelijke bijdrage aan de restauratie van de oude pastorie worden gerealiseerd.

Bezichtigen

Nu is het gerestaureerde 19e-eeuwse pand regelmatig te bezichtigen. De eigenaresse laat o.a. de salon zien met schilderijen van Vincents schildervrienden uit Den Haag en Nuenen. U ziet en hoort het verhaal van Margot en Vincent tussen de 19e eeuwse meubels, objecten en schilderijen door het gehele huis heen. Op zolder vind je de originele dienstbodekamers uit de 19e eeuw. Ook hoort u het verhaal over de Joodse jongen die hier 2,5 jaar verborgen zat.