1819-1907: Anna van Gogh-Carbentus (moeder)

Anna Cornelia Carbentus werd op 10 september 1819 geboren in Den Haag. Haar vader was een succesvol boekbinder. Hij had onder andere de eerste Grondwet gebonden en mocht daarom het predicaat ‘koninklijk’ voeren. Toch was het geen probleemloos gezin. Haar vader en enkele kinderen van het gezin heetten ‘zenuwziek’. Hierdoor zou Anna zich haar leven lang zorgen maken over haar eigen mentale gesteldheid en, eenmaal moeder geworden, over die van haar kinderen. Waaronder Vincent.

Op 21 mei 1851 trad Anna in de Haagse Kloosterkerk in het huwelijk met Theodorus (Dorus) van Gogh. Ze begon haar getrouwde leven in de pastorie van Zundert, de eerste standplaats van haar man. Dat was wel een dingetje, verhuizen van het statige Den Haag naar het katholieke Brabantse platteland. Haar eerste kind kwam in 1852 levenloos ter wereld. Een jaar later werd Vincent geboren, de latere schilder. Het gezin breidde zich vervolgens gestaag uit met Anna (1855), Theo (1857), Lies (1859), Wil (1862) en Cor (1867). Als domineesvrouw zette ze zich in voor arme gezinnen, bijvoorbeeld door maaltijden voor hen te bereiden. Naast de zorg voor gezin en huishouding, daarbij geholpen door enkele dienstmeiden, besteedde ze haar tijd aan tuinieren, tekeningen en aquarellen maken, breien en brieven schrijven. Vincent had ook dat dus van geen vreemde.

Het beroep van haar man bracht Anna en haar gezin in 1871 van Zundert naar Helvoirt, vier jaar later naar Etten en in 1882 naar Nuenen. Toen Dorus in maart 1885 onverwacht overleed, bleef Anna daar nog een jaar wonen. Daarna verhuisde zij met haar jongste dochter, Wil, naar Breda, waar haar zus Cornelie woonde. De andere kinderen waren inmiddels allemaal al het huis uit. In oktober 1888 schilderde Vincent in Frankrijk een mooi portrtet van Anna, zoals hij haar zich herinnerende, met een portretfoto als uitgangspunt en met een rouwmuts op vanwege het overlijden van 'pa'. In november 1889 vestigde Anna zich met Wil in Leiden. Daar kreeg ze in de zomer van 1890 het bericht dat Vincent in Auvers-sur-Oise was overleden. Anna overleed ‘na een langdurig lijden’ op 29 april 1907, 87 jaar oud.

Expositie mutsen in Nuenen

Moeder (en vader) hadden het niet makkelijk met een zoon die hen regelmatig in verlegenheid bracht. Toch bleven ze hun zoon steunen. Ze hielpen hem aan baantjes en boden hem altijd onderdak als hij het nodig had.
Toen zijn moeder in 1884 in Nuenen aan huis in gekluisterd was met een gebroken been, schilderde Vincent het protestante kerkje om haar op te vrolijken. Het onderwerp koos hij met zorg: zijn vader was immers predikant in deze kerk. Na de dood van zijn vader paste Vincent het werk aan. Hij schilderde herfstbladeren aan de kale winterbomen. Ook voegde hij groepjes kerkgangers toe, sommigen in rouwkleding.
 

Anna hield erg veel van haar kinderen. Ook van Vincent, de moeilijkste van haar kinderen. Nadat Vincent naar Frankrijk was verhuisd, schreef hij diverse brieven aan zijn moeder. Zo bleef hij op de hoogte van hoe het met haar ging en hoorde hij nieuwtjes uit de familie. Vincent leek heimwee te hebben naar Brabant. In 1888 vroeg hij bijvoorbeeld aan zijn moeder om hem wat tekeningen uit Etten te sturen. Op basis daarvan - en onder invloed van Paul Gauguin - schilderde hij liefdevol 'Herinnering aan de tuin in Etten', met daarop onder andere Anna en zijn zus Wil. Het was bedoeld om op zijn slaapkamer op te hangen.

Herinneren & Bezoeken

Bronnen:
Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland, Lodewijk Kallenberg.
N.A. van Beek, De Aantekeningen van Tante Mietje van Gogh (Den Haag 2010).
Willem-Jan Verlinden, De zussen Van Gogh (Amsterdam 2016).
Lodewijk Kallenberg, ‘Anna Cornelia van Gogh-Carbentus, de moeder van Vincent van Gogh. Haar leven en haar band met Leiden, Leids Jaarboekje 111 (2019) 84-97.